In het eerste jaar van mijn studie begon ik klank te onderzoeken door objecten te betrekken in mijn muziek. Ik raakte toen gefascineerd door het onhoorbare hoorbaar maken. Deze interesse heeft geleid tot het bedenken en maken van geheel eigen instrumenten. Na het gebruiken van verschillende materialen kwam ik in aanraking met keramiek en zo begon ik mijn onderzoek “de klank van klei”.
“Hoe ontstaat klank” is een breed thema, hierbinnen wil ik me focussen op:
Verschillende manieren van klankopwekking
Klank kan ontstaan op verschillende manieren. Iets moet het medium (bijvoorbeeld lucht) laten trillen en iemand moet het kunnen waarnemen. In deze vraag richt ik me op de bron, op wat de trilling start.
Klank kan ontstaan door botsingen, wrijvingen tussen twee materialen, door middel van een staande golf of door het omzetten van elektrische energie tot kinetische energie. Hoe werken deze manieren? Zijn er ook andere vormen van klankopwekking?
Door deze vraag verder te onderzoeken ontstaan verschillende manieren van klankopwekking in mijn werk. Mijn interesse ligt vooral in het opwekken van geluid met klei.
De relatie tussen vorm en klank
Elke viool klinkt anders, terwijl de manier van klankopwekking dezelfde is: een strijkstok die de snaar laat trillen. De klankkast, de vorm van het instrument, geeft elk viool een eigen timbre/klank. Bij keramische fluiten zijn er oneindig veel vormen mogelijk en elke vorm heeft weer zijn eigen klank. Tijdens het maken van een fluit kan de fluit al klinken. Daardoor kun je de vorm nog veranderen terwijl hij nog nat is.
Naast instrumenten maken ben ik geïnteresseerd in de impact van een ruimte op de geluidsgolven die in die ruimte ontstaan en bewegen. Elk instrument heeft zijn eigen klankkast. Zo kan ook een ruimte als klankkast dienen voor een voorstelling. Door te spelen met de akoestiek van een ruimte kan de ruimte op zich een instrument worden.
Instrumenten die door middel van beweging zichzelf bespelen
Ik wil de rol van de mens in het produceren van geluid onderzoeken. Een contrabassist beweegt zijn strijkstok en de strijkstok laat de snaar trillen. Een zangeres laat met haar stembanden de lucht trillen. Zo zou je kunnen zeggen dat zingen directer is dan contrabas spelen. Mijn keramische waterfluiten klinken door ze te schommelen en zo beweegt het water de lucht die door de fluit stroomt. Zo zou je kunnen zeggen dat het water degene is die de fluit bespeelt. Wat gebeurt er als een mens een instrument bouwt dat zichzelf bespeelt?
Naast onderzoek doen naar de verschillen tussen het spelen en het laten spelen van een instrument ben ik geïnteresseerd in de verschillende manieren om een instrument indirect te bespelen door een mechanisme, door water, door ballen, etc.