Dit is het ontwerp-opzet die ik in december had gemaakt:

Hoe mijn onderzoek is gegaan:

Er is veel onbewust gebeurd, in december had ik het gevoel dat ik nog niet bezig was met onderzoeken maar eigenlijk had ik al veel gedaan. Als maker ben ik constant bezig met nieuwe dingen “uit te proberen”. De vragen, het goed documenteren en het reflecteren op de uitkomsten geven diepte aan dit “uitproberen en experimenteren” wat dan onderzoek wordt.
Een concrete en ontworpen methode om na de kerstvakantie uit te voeren.
Onderzoek naar “staande golven”:
- Relatie tussen lengte, diameter en toonhoogte.
- Relatie tussen vorm van de buis en klank.
- Activiteiten: Fluiten meten die ik al gemaakt heb
- Reflectie op de metingen
- Uitproberen: Verschillende maten en verschillende vormen van fluiten maken. Alles goed meten.
- Documentatie van wat ik gemeten heb een wat ik gemaakt heb.
- Conclusies trekken uit dit deel van mijn onderzoek.
11 Maart 2021
Ik heb de relatie tussen lengte en toonhoogte onderzocht, niet de relatie tussen de diameter en toonhoogte. In het algemeen zijn lagere fluiten dikker en langer en hoge fluiten dunner en korter. Ik neem nu aan dat de diameter in balans moet zijn met de lengte van de buis. Dit is iets wat ik de komende tijd wil gaan onderzoeken.
Ik heb geen diepgaand onderzoek gedaan naar de relatie tussen vorm en klank, wel heb ik verschillende fluiten gemaakt met verschillende vormen. Tot nu toe heb ik twee duidelijke verschillen tussen buisvormige fluiten en ocarinas vastgesteld: Er is verschil in klank, ocarinas klinken ronder en doffer en buisvormige fluiten klinken directer en harder. De ocarinas die ik gemaakt heb hebben geen boventonen en buisvormige fluiten wel.