In 1914 publiceerde Erich von Hoirnbostel en Curt Sachs een basisclassificatie van instrumenten: aerofonen, idiofonen, membranofonen, chordofonen en elektrofonen. Deze verdeling is gemaakt vanuit welk soort materiaal de lucht trilt.
- Aerofonen: instrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd door de trilling van een luchtzuil.
- Idiofonen: instrumenten, die zijn gemaakt van materiaal, dat van nature klankrijk is en die op vele verschillende manieren worden bespeeld. (bijvoorbeeld marimba)
- Membranofonen: instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door de vibratie van een gespannen membraan of vel.
- Chordofonen: instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door het vibreren van snaren.
- Elektrofonen: instrumenten waarbij het geluid geproduceerd wordt door de oscillatie van een elektrische stroom, zoals een elektronisch orgel, synthesizer, enz.
Anekdote: “In het station van Rotterdam zong een roltrap. Elke rondje klonken weer dezelfde lange tonen. Na een tijdje dacht ik, als het een instrument was in welke familie zou het passen? De klank ontstond door de wrijving tussen de roltrap en de zijkanten”
Klank kan ontstaan door de beweging van een materiaal dat de lucht erom heen in trilling brengt. Bijvoorbeeld door de beweging van twee materialen die tegen elkaar botsen of wrijven. Ook kan elektrische energie omgezet worden in kinetische energie die een vel laat trillen. En ander manier waarin geen materiaal trilt, alleen de lucht, zijn staande golven die in een buis of bijna afgesloten ruimte gecreëerd worden.
Vanuit hoe de lucht getrild wordt in plaats van wat de lucht trilt heb ik een verdeling bedacht, klank kan ontstaan door:
Wrijvingen
Weerstand die ontstaat wanneer twee oppervlakken langs elkaar schuiven/strijken, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.
Dat kunnen twee voorwerpen zijn van hetzelfde materiaal (twee stukken beton die tegen elkaar schuiven) of twee verschillende materialen waar in de ene de andere laat trillen door stick-slip (strijkstok die een snaar laat trillen)
Botsingen
Twee voorwerpen die elkaar als gevolg van hun onderlinge beweging raken. De klank is herkenbaar door een duidelijke aanslag.
Dat kunnen twee voorwerpen van hetzelfde materiaal zijn (twee stenen die tegen elkaar botsen) of twee verschillende materialen waar in een de andere laat trillen (de marimba-stok die de marimba doet klinken of een piano waarin de hamer de snaar aan slaat).
Staande golven
Een staande golf is een golfverschijnsel met op bepaalde plaatsen vaste punten, de knopen, waar de uitwijking nul is, en daartussen punten die maximale uitslag vertonen, de buiken. Staande golven kunnen geluidsgolven zijn.
Een staande golf kan ontstaan in een buis. In het geval van een fluit wordt de buis aangeblazen met lucht die gespleten wordt in een dunne rand hierbij ontstaat geluid van verschillende frequenties, met verschillende golflengtes. Alleen het geluid met een golflengte die past in de lengte van de buis, kan blijven bestaan. Zo bepaald de lengte van de buis de toonhoogte van de fluit. In een buis passen verschillende golflengtes die kunnen resoneren met de lengte van de buis, dit zijn de boventonen.
Staande golven kunnen ook ontstaan in klankkasten van instrumenten of in ruimtes.
Dynamische omzet instrumenten
Elektrische energie die omgezet wordt tot kinetische energie. Bijvoorbeeld het trillende vel van een luidspreker.
Deze groepering is niet sluitend, er zijn klanken die nergens passen zoals explosies. Ook is er sprake van overlappingen, zoals bijvoorbeeld het geval van een marimba. In eerste instantie ontstaat de klank door en botsing van een stok tegen het hout, die geluidsgolf resoneert vervolgens als staande golf in een buis, zijn klankkast.
Buis-experiment (3 feb 2021)
Annabel had voor haar keramische marimba (deel van haar project Shaping Time) allemaal buisvormig klankkasten gemaakt. Ik was benieuwd naar hoe deze klonken. Buizen zijn heel interessant, er kan een staande golf ontstaan maar ze kunnen ook klinken als idiofoon.
Staande golf: Als je aan de ingang van de buis slaat met bijvoorbeeld een slipper, zie video hier onder, hoor je de staande golf, de lengte en diameter bepalen de toonhoogte, de lucht in de buis trilt en niet de keramiek zelf. Daarom is het mogelijk om deze klank te produceren terwijl je de buis pakt. Als je met een slipper mijn fluiten bespeeld dan hoor je dezelfde toonhoogte als wanneer je erop fluit. Dit betekent dat het mondstuk geen invloed heeft op de toonhoogte, wel heeft de mondstuk invloed op de hardheid (amplitude) en timbre van de fluit.
Botsing: Als je aan de zijkant slaat hoor je andere tonen, deze zijn afhankelijk van de breedte van de randen, lengte van de buis en hoeveelheid klei. In dit geval is het de keramiek wie trilt.